nov

1

 
Autopech

“Ik haal éérst de kids op en daarna komen we  jou wel halen” zeg ik tegen Erik, die nog op z’n werk zit. We verbreken de verbinding en nog geen minuut later, slaat de motor van de auto af om daarna NOOOOOOOOOIT meer aan te gaan… de auto rolt steeds langzamer verder… sh*t, nét voorbij ’n zijstraatje waar ik ‘m eventueel had kunnen parkeren. De volgende zijstraat is op zích niet ver maar ga ik met uitrollen echt nooit halen. Nah, sta je dan, midden op de weg! Wel binnen de bebouwde kom hoor. De alarmlichten doen ’t gelukkig nog. In no time word ik door 2 heren geholpen om de auto naar die volgende zijstraat te duwen. In éérste instantie wordt ie op de stoep gezet maar later duw ik ‘m met één van die mannen naar ’n parkeerplaats, iets verderop. Daar staat ie voorlopig wel ff goed.

We schrijven woensdagmiddag 28 oktober…

Inmiddels heb ik Erik weer teruggebeld dat ophalen niet echt meer ’n optie is. Het is inmiddels rond 5 uur dus mijn eerste zorg is om de kids van ’t KDV te halen. Gelukkig ben ik maar ’n paar honderd meter van huis “gestrand” en vanuit de parkeerplaats loop ik naar huis, haal de fietskar uit de kelder en loop richting KDV. Ondertussen laat ik m’n ouders weten dat de auto nu toch écht de geest heeft gegeven.

‘s Avonds als iedereen weer thuis is, ga ik samen met opa S. terug naar de auto. De bedoeling is om ‘m in ieder geval naar ’t pleintje te slepen. Daar aangekomen krijgen we spontaan hulp van ’n man. We komen ‘r achter dat er géén sleepoog aan de auto zit… althans, wíj kunnen ‘m niet vinden. Dán maar de Wegenwacht bellen. We weten op dat moment nog stééds niet wat ‘r nou met die auto aan de hand is. Is ’t de accu, de dynamo, de startmotor… géén idee.

De ANWB wordt gebeld (wáarom had ik dat eigenlijk niet eerder gedaan???) en opa en de ándere behulpzame meneer gaan ieder hun eigen weg. Al met al duurt ’t nog wel ff voordat de Wegenwacht meneer er is en dan sta je daar toch wat ongemakkelijk op zo’n parkeerterrein voor ’n groot flatgebouw. Ennieweej, als de beste man z’n arriveert, constateert hij ’n kapotte aandrijfriem en zegt dat de patiënt niet meer te genezen is. Tja, so be it, we hadden ‘m toch niet meer zo lang gegeven…

***WORDT VERVOLGD***